Verlichting valt onder de verantwoordelijkheid van de huurder. Dit zijn alle soorten lampen, denk aan spaarlampen, gloeilampen, etc. Dit geldt voor lampen in de huurwoning maar ook voor buitenlampen. Wanneer er sprake is van zgn. ‘noodverlichting’ is dit voor rekening van de verhuurder. Ook het vervangen van armaturen in algemene ruimtes is voor rekening van de verhuurder. Uiteraard wanneer er sprake is van vernieling komt dit te vervallen en komen de kosten voor de huurder.

Wanneer de verlichting niet meer naar behoren werkt, controleer dan eerst de lamp defect is. Dit kan worden gedaan door een nieuwe lamp erin te draaien. Let erop dat u een lamp met de juiste wattage erin draait. Wanneer het vermogen van de nieuwe lamp te hoog is, kan deze te heet worden en kan het armatuur smelten, wanneer het wattage te laag is zal de lamp minder fel branden. Een goed alternatief is een spaar- ledlamp. Deze verbruiken aanzienlijk minder stroom en leveren meer licht. Daarnaast gaan deze ook nog eens langer mee. Bij een lichtpunt waar gebruik wordt gemaakt van een dimmer kunnen geen spaarlampen geïnstalleerd worden. Echter kan hier wel een Ledlamp of een gloeilamp gebruikt worden.